le couteau qui dit “Clac”.

Het is Pierre-Jean Calmels, bewoner van het dorp Laguiole (zeg Laï-jol) die de schepper is van het Laguiole mes.  Hij liet zich zo rond 1829 inspireren door twee verschillende messen:

de Capuchadou, het mes van de boeren uit zijn eigen regio, de Aubrac in Aveyron, een mes met een vast blad gemonteerd op een stuk hout dat in een lederen hoesje aan de riem gedragen werd

en het

Spaanse Navaja zakmes dat uit Catalonië afkomstig is. Tijdens strenge winters trokken de boeren uit de Aubrac naar Catalonië om daar te werken. Toen de seizoenarbeiders in het voorjaar thuis kwamen brachten zij het zak-, of klapmes (de Fransen zeggen couteau pliant = vouwmes) mee, waarmee ze de aandacht  van de thuisblijvers trokken (grappig wel, dat je op het www ook kunt lezen dat het juist de Catalanen waren die naar Aveyron trokken! Dus zeg het maar!) en ook de aandacht van Pierre-Jean die in die tijd als hulpje in de herberg van zijn ouders werkte.

Mijn liefde voor het Laguiole mes begon toen ik in contact kwam met de firma Bossenbroek in Zeist, leveranciers van wijnaccessoires en wijnopslagsystemen. Ik was als inkoper op zoek naar mooie decanteerkaraffen en kwam hen op een beurs tegen (internet bestond toen nog niet). Ik zag het sommeliersmes van Forge de Laguiole en was meteen verkocht. Intussen heb ik er een stuk of acht die allemaal van verschillende soorten hout of hoorn zijn gemaakt en van geborsteld of gepolijst staal. 

Dat er ook Laguiole zakmessen bestonden ontdekte ik pas jaren later, toen we met het gezin de tent hadden opgezet in het nabij gelegen Lacalm en een bezoek brachten aan Laguiole. Er ging een wereld voor mij open: Laguiole bestaat uit een hoofdstraat waaraan een groot aantal smederijen en winkels gevestigd is, die zich allemaal bezighouden met de fabricatie en de verkoop van de Laguiole messen. De Forge de Laguiole bevindt zich helemaal buiten het dorp naast Coutellerie Laguiole Honoré Durand, die overigens beiden wel een winkel aan de eerdergenoemde hoofdstraat hebben.

De jonge Calmels begon in een kleine smederij zijn eigen messen te ontwerpen en door de sierlijkheid ervan vonden ze gretig aftrek. Hij paste ze op verzoek van de boeren aan door toevoeging van bijvoorbeeld een kurkentrekker of een priem en hij bedacht ook het figuratieve kruisje, bestaande uit vijf of zes kleine nopjes en één grotere. De grotere is, met nog twee andere verbindingen aan de uiteinden, verantwoordelijk voor het samenhouden van ijzer en hout of hoorn. Dit kruisje gebruikten de boeren of reizigers die langere tijd onderweg waren, om toch het dagelijks gesprek met hun schepper te kunnen hebben. Om het voor het Laguiole mes zo belangrijke scharnierende (dat ‘clac’ zegt) deel nog opvallender te laten zijn werd ook de zo kenmerkende bij aangebracht. Deze bij werd door Napoleon symbolisch aan de soldaten uit Aveyron, vanwege de door hen getoonde moed, verleend. Elke kunstenaar maakt het bijtje tegenwoordig naar zijn eigen idee.Op de duurdere zakmessen is deze bij gesmeed, op de goedkopere versies zijn de bijen er op gesoldeerd. Op de messen op het plaatje hierboven zijn ze gesmeed en heeft de smid ook een altijd weer ander motief op de middenlijst daarachter ingevijld! Ik kwam erachter dat er dus ook gesoldeerde bijtjes bestaan, toen die van mijn zakmes opeens afbrak of losliet. Bij Forge de Laguiole zag ik de voorgestanste bijtjes liggen . . .

Ja, toen viel er even een droom in duigen en moest ik op zoek naar een mes waarop het bijtje wel gesmeed zat. Overigens, een Laguiole mes heeft een levenslange garantie, als je naar de fabriek komt tenminste!

Voor een goed gesmede bij moet je dus wel een porte-monnaie meenemen, want door de veel langere arbeidstijd stijgt de prijs! Als je lang genoeg door Laguiole rondloopt wordt de prijs voor een mes steeds minder belangrijk! Zoals onderstaande messen met ivoor en met de hand gesmeed.

Het gebruikte ivoor is afkomstig van de Franse douane, die het uit de illegale import heeft geconfisqueerd.

Toen een aantal van de inwoners naar de grote steden trok om geld te verdienen, namen ze natuurlijk hun mes mee. Een aantal van hen kwam in de bistro’s in Parijs terecht en daar trok het mes de aandacht met als gevolg een nog verder oplopende vraag en dito verkoop van het zakmes met kurkentrekker. Het echte sommeliersmes ontstond overigens pas in de 20ste eeuw.

Omdat de ijverige handwerkslieden uit Laguiole zich in het verleden alleen maar bezig hielden met de productie van de zakmessen zijn ze helaas vergeten om voor welk deel van het mes dan ook, octrooi aan te vragen. Het gevolg is dat men dus in India, China of zelfs in Frankrijk namaakmessen kan maken. In allerlei rechtszaken worden de klagenden in hun ongelijk gesteld. Nu gebruiken ze het LOG logo. (Laguiole Origine Garantie)maar zelfs dat wordt door het ministerie van Handel niet aangezien als eigendom. In één van de winkels zag ik een kopie van de waarschuwende brief van de minister van Handel, maar voorlopig trekt niemand in Laguiole zich daar iets van aan.

De Forge de Laguiole bestaat pas sinds 1987 toen een aantal gepassioneerde messenmakers besloten om de echte messen weer in hun geheel in Laguiole te produceren. Zij nodigden wereldberoemde ontwerpers uit om mee te denken en te ontwerpen. Zoals Sonya Reikel, Yan Pennor’s en Philippe Starck. Starck is ook verantwoordelijk voor het ontwerp van de fabriek.

Om u inzicht te geven in het productieproces van het zakmes onderstaand een serie foto’s die ik nam in de fabriek van Forge de Laguiole. Muis op de foto en u snapt het!

Voor diegenen die de echte messen willen zien en de sfeer proeven en voor wie Laguiole te ver is, in Parijs zit ook een vestiging:

Galerie Laguiole Paris:
29 rue Boissy d’Anglas (métro Madeleine)
75008 Paris
tél.: +33 (0)1 40 06 09 75

Tot zover . . .

Chris Koot

Dit bericht is geplaatst in Columns, Overige met de tags . Bookmark de permalink.

1 reactie op le couteau qui dit “Clac”.

  1. Ad de Wind schreef:

    Dag Chris,

    Leuke topic. Over het ontstaan van de mouche (bij) zijn nog al wat meningsverschillen. In 1909 kwam de eerste bij (of vlieg) op de laguiole messen. En dat is toch een hele tijd na Napoleon zijn dood in 1821! Maar goed, lees de franse topics daar maar eens over, verschillende meningen. In ieder geval is het nergens bewezen, dus blijft altijd onderwerp van gesprek? Ik heb me suf ingelezen in dit onderwerp voordat ik mijn eigen laguiole aanschafte. Ik ben nu in het bezit van een calmels, Aveyron stijl, dus zonder bolster. Handvat gesmaakt van buffelhoorn. Komt van een verzamelaarster uit Frankrijk. Waarom ik zo verliefd werd op dit mes is omdat de mouche zo idioot gedetailleerd is. Zal er ooit mee naar Laguiole gaan (niet zo moeilijk, hebben een huis op 3 uur rijden van Laguiole ) waar nog steeds Carmels zit. En bij deze mouche kun je dus duidelijk zien dat het geen gestand geval is, maar duidelijk hand gemaakt Veer en mouche zijn uit één stuk gesmeed, en op de veer zit geen enkele bewerking. Ik heb me een ongeluk gezocht op internet, ook de franse sites, maar kom nergens zo’n gedetailleerde mouche tegen. Blijft dus spannend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *