Een standbeeld voor die man!

De naam van dominee Samuel Henshall zal weinigen, wellicht helemaal niemand onder u, bekend in de oren klinken. Toch is het artikel waarvoor hij op 24 augustus 1795 een patent aanvroeg, en dat ook kreeg, voor ieder van ons een regelmatig gebruikt artikel. Er zijn mensen, zoals ik, die het artikel bijna altijd bij zich dragen. Door het toenemende gebruik van metalen schroefdoppen echter, is de noodzaak om dat ding bij je te dragen aanzienlijk afgenomen.

Henshall beschreef zijn nieuwe uitvinding in een brief aan de heer Matthew Boulton, een smid uit Birmingham, als: “een nieuwe wijze van aanbrengen van de schroef op een manier waarvan iedereen die het ziet, verrast en ook verbaasd zal zijn over het feit dat men het al niet zelf bedacht heeft!“. Hoewel er al soortgelijke kurkentrekkers bestonden, is dankzij de patentaanvraag, dominee Henshall officieel de uitvinder.

Op de disk, het plaatje tussen de worm en het handvat staat aangegeven “OBSTANDO PROMOVES” (wat zoiets betekent als “door ferm te staan, ​​maakt men vooruitgang”)

Een standbeeld voor dominee Henshall bestaat helaas niet en zal er naar alle waarschijnlijkheid ook nooit komen. Er is niet eens een afbeelding van de goede man. Wat er sinds 24 augustus 2009, 214 jaar na het vastleggen van het patent, wel is, is een plaquette in de kerk waar de uitvindende dominee als rector werkzaam was en waar hij in de kanselarij ter aarde besteld is: de Bow-church aan de Bow Road in Bow. Deze kerk, die eigenlijk St Mary & Holy Trinity heet, is gelegen in Londen’s East End. 

 

 

 

 

 

 

Op die dag namelijk werd deze plaquette door de International Correspondence of Corkscrew Addicts (ICCA) in de kerk en onder het zingen van Psalm 104,15: “En de wijn die het hart van de mens doet stuwen”. aangebracht. De aanwezigen waren o.a. “Right” Fred Kincaid (Right = de leider), Bert Giulian en Fletcher Wallis en natuurlijk was er de tegenwoordige dominee, rev. Peet. (v.l.n.r.)

Tijdens deze bijeenkomst werd voorgesteld de uitvinder van de schroefdop direct te verbannen naar de Hel. Dichter bij de Heere kun je in een kerk en met zo’n verzoek natuurlijk niet komen, dus laten we hopen dat de boodschap is aangekomen!

Omdat Henshall een niet al te beste zakenpartner van de al eerder genoemde smid uit Birmingham bleek te zijn, schreef de accountant aan de smid dat het makkelijker was om met behulp van de door hen gemaakte kurkentrekker een kurk uit de fles te halen, dan 50 pond uit de portemonnee van dominee Henshall. Het vermoeden bestaat dat de resterende voorraad kurkentrekkers samen met de restanten van Rev. Henshall begraven ligt onder de vloer van de Bow Church.

Het gebruik om met kurken flessen af te sluiten werd al in de oudheid toegepast, maar later weer vergeten. Toen de kurk zijn intrede deed, werden de kurken tot de helft van hun lengte in de fles ingebracht, zodat ze gemakkelijk met de hand (of de tanden) verwijderd konden worden. Het was de monnik Dom Perignon die de kurk herontdekte en weer in ere herstelde bij het maken van Champagne. En ook hij deed de kurk er slechts voor de helft in! Dan weet u meteen waarom die afsluiter op elke champagnefles er nog steeds zo uit ziet! Een kurk die geen contact maakt met de vloeistof in een fles, in dit geval de wijn, verdroogt of wordt poreus en de luchtbel die daardoor in de fles kan groeien, is bij uitstek de ideale broedplaats voor schadelijke organismen. Dus moesten er nieuwe flessen ontwikkeld worden die liggend te bewaren waren waardoor de kurken vochtig bleven.

Omdat de kurk steeds verder in de hals van de fles werd geperst, veranderde de kurkentrekker aan het einde van de 18e eeuw van een kort voorwerp met een ‘worm van slechts twee draaiingen‘, in een trekker met een worm vier of, vaker nog, vijf draaiingen.

De oudste van alle kurkentrekkers (althans qua patent) bestaat niet alleen uit de spiraal om de kurk te verwijderen, en het houten of benen handvat, maar heeft op die spiraal een deksel (disk) om de boor ervan te weerhouden al te diep in de kurk binnen te dringen. Die deksel is ook bedoeld om de lak, waarmee de fles was afgesloten, te breken. De varkensharen borstel was bedoeld om voor het openen en na het breken van de lak, de kurk en de bovenkant van de hals te reinigen van schimmels en andere onreinheden. Een goede kurkentrekker heeft altijd een spiraal waarin een lucifer gestoken kan worden en heeft nooit die zgn. dikke Archimedesschroef die de kurk alleen maar beschadigd. Het deel van de kurkentrekker dat ook wel de worm genoemd wordt, is bij voorkeur 4 – 5 cm lang. De worm moet gladde, ronde randen hebben zodat hij de kurk niet kapot maakt bij het indraaien in de kurk. Tegenwoordig hebben veel kurkentrekkers een teflonlaag om het indraaien te vergemakkelijken. Als de teflonlaag versleten is, is het beter een nieuwe te kopen. Dat probleem zal je bij het echte Laguiole kelnersmes niet hebben want dat is van RVS en vindt daardoor van de kurk nooit enige vorm van tegenstand

Mijn voorkeur, en dat weten mijn vrienden, gaat uit naar het sommeliersmes van Forge de Laguiole, en natuurlijk zonder bierflesopener aan het mesje.  

 

 

TRIVIA: Over kurkentrekkers zijn weinig ter zake doende uitspraken gedaan, twee echter wil ik u niet onthouden: de eerste van mijn grote voorbeeld: WC Fields: “Dat doet mij denken aan een trektocht, lang geleden, toen niemand een kurkentrekker mee had. We moesten het een aantal dagen stellen met niets anders dan eten en water!” 

En van W.E.P. French: “Laat ik een toost uitbrengen op de kurkentrekker: De sleutel bij uitstek tot de opslagplaats van humor, de schatkamer van de lach, de voordeur naar vriendschap, en de poort tot aangenaam plezier”.

Tot slot, voor de wereldreizigers die niet zonder een goede wijn uit een fles met kurk kunnen, de vertaling van het woord kurkentrekker in een aantal talen zodat u nooit zonder hoeft te zitten:

  • Cavatappi of Levatappi (Italiaans)
  • Dugohuzo (Hongaars)
  • Hapese e Shishes (Albanees)
  • Kai Sai Zuan (Chinees)
  • Kamsciatraukis (Litouws)
  • Korkenzieher (Duits)
  • Korketrekker (Noors)
  • Korkkiruuvi (Fins)
  • Korkociag (Pools)
  • Korkskruv (Zweeds)
  • Minza us Sida-Da (Arabisch)
  • Otvarac za Botse (Servisch)
  • Otvirak (Tsjechisch)
  • Pothan (Hebreeuws)
  • Probotschnik of Schtopor (Russisch)
  • Proptraekker (Deens)
  • Sacacorchos (Spaans)
  • Saca-Rolhas (Portugees)
  • Sennuki (Japans)
  • Sise Acacagi of Tirbuson (Turks)
  • Tappatogari (IJslands)
  • Terbuschon (Bulgaars)
  • Tirbuson (Roemeens)
  • Tire Bouchon (Frans)
  • Tirepouson (Grieks)
  • Vaditschep (Joegoslavisch)
  • Zapfenzieher (Zwiters-Duits)

Tot zover . . .

Chris Koot

Wijn is het bewijs dat God ons lief heeft
en dat hij het prachtig vindt om ons gelukkig te zien!
Looft de Heer!
Dit bericht is geplaatst in Columns, Overige met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *